Sahar Jahish, Wereldjournalisten.nl, 19 februari 2010
Het Afghaanse ex-parlementslid Malalai Joya was in Nederland voor de presentatie van haar boek Een vrouw tussen de krijgsheren. De positie van de Afghaanse vrouw is amper verbeterd door de aanwezigheid van de buitenlandse troepen.
‘Ik heb dit boek om 3 redenen geschreven’, vertelt Malalai Joya, ex-parlementslid van Afghanistan en felle strijdster voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen, tijdens de presentatie van haar boek Een vrouw tussen de krijgsheren in Amsterdam afgelopen woensdag. ‘Ik wil de waarheid vertellen, het ware gezicht van de krijgsheren ontmaskeren en ik wil de stem van mijn volk laten horen.’ Ze is klein, verlegen en een beetje schuw, maar eenmaal op het podium verandert ze in een krachtige en welbespraakte vrouw. Niet voor niets heeft de BBC haar uitgeroepen tot de dapperste Afghaanse vrouw.
Tijdens deze avond legt de schrijfster/activiste de schrijnende situatie uit van de Afghaanse vrouw. De positie van de vrouwen in Afghanistan is niet goed. Hun rechten worden met voeten getreden. Dankzij Joya krijgen deze vrouwen een gezicht en een stem. Joya is niet alleen in het Spui 25-debat in Amsterdam. Tijdens deze bijeenkomst wordt ze vergezeld door journaliste Deedee Derksen, die voor de Volkskrant verslag deed in Afghanistan, en juriste en politicoloog Charlotte Hille die een onderzoek heeft gedaan naar de rol die clans spelen bij het staatsvormingsproces onder meer in Afghanistan.
Tegen onderhandeling Taliban
Verschillende onderwerpen passeren de revue. Zo komt de onderhandeling met de Taliban ter sprake waar Joya fel op tegen is, maar ook vrouwenrechten en wat haar geïnspireerd heeft om zich politiek actief in te gaan zetten. Joya is opgegroeid in vluchtelingenkampen in Iran en Pakistan. Om haar studie te kunnen bekostigen, gaf ze in deze jaren les aan ongeletterde vrouwen. ‘Omdat mijn vaderland jarenlang oorlog heeft gekend, kwam ik met vrouwen in aanraking die een familielid verloren hadden. De verhalen van mijn studentes hebben mij bewust gemaakt van de politieke situatie in mijn land. Ik keerde terug naar Afghanistan. En zo kwam ik voor het eerst in aanraking met de ellende van mijn volk. Sindsdien heb ik me voorgenomen om te strijden voor deze hulpeloze mensen, al kost het mijn leven’, zegt Joya.
Taliban en krijgsheren
Derksen die het gesprek leidt, vraagt aan Joya of het geweld in Afghanistan alleen door de Taliban veroorzaakt wordt. ‘Taliban en de voormalige mujaheddin zijn beiden producten van Amerika, Pakistan en Iran. Toen de Taliban aan de macht kwamen, dacht men dat ze beter zouden zijn. Maar ze bleken even erg te zijn. Dus het geweld wordt niet veroorzaakt alleen door deze groep. De krijgsheren die nu in het parlement zitten, maken zich nog steeds schuldig aan misdaden. Denk aan verkrachtingen, corruptie en mensenrechten schendingen’, vertelt Joya. ‘Als mensenrechten eenmaal geschonden zijn, en in het geval van Afghanistan is gebeurt dat jarenlang, dan is het heel moeilijk om het weer te herstellen’, vult Hille aan.
Bezetters
Het ex-parlementslid is van mening dat het geweld in Afghanistan door de aanwezige buitenlandse troepen makkelijk opgelost kan worden, namelijk door weg te gaan. ‘Afghanistan wordt kunstmatig in ellende gehouden. Zo werden en worden de Taliban en de krijgsheren gesteund door Amerika (er zouden smeergelden betaald worden aan Taliban voor veilige doorvoer van bijv. materieel, red.) en door de buurlanden Iran en Pakistan. In mijn land wordt een politiek spel gespeeld voor de eigen belangen van buitenlandse bezetters. Vanwege de strategische ligging kunnen de Verenigde Staten bijvoorbeeld China en Rusland in de gaten houden. Daarom ben ik van mening dat de troepen het land moeten verlaten. Liever vandaag dan morgen. Nu hebben we 3 vijanden; de Taliban, de krijgsheren en de bezetters. Als de troepen weggaan, hebben we een zorg minder.’
Maar heeft de aanwezigheid van de buitenlandse troepen niet de situatie van vrouwen verbeterd? ‘In de steden kun je wel spreken van een kleine stap in de goede richting. Maar als je naar de dorpen kijkt, dan is de positie van de vrouw absoluut niet verbeterd. Verkrachtingen zijn aan de orde van de dag. Verkrachters lopen vrij rond, omdat ze contacten hebben met machtige personen. Zo is er laatst in Mazar e Sharif een incident geweest waarbij de neuzen en oren van 2 vrouwen zijn afgesneden. Dus de aanwezigheid van de troepen hebben een minimale invloed. Vrouwen leven nog steeds in gevaar’, vertelt Joya emotioneel.
Ook haar eigen leven verloopt niet makkelijk. Zo noemt ze zichzelf een dakloze, want ze heeft geen vaste verblijfsplaats. Als ze naar buiten wil, dan wordt ze vergezeld door bodyguards. ‘Ook al heb ik een hekel aan de burqa toch draag ik het voor mijn eigen veiligheid. Gek genoeg biedt dit symbool van vrouwenonderdrukking mij bescherming’.
Desondanks geeft ze de moed niet op. De parlementsverkiezingen komen eraan en Joya denkt eraan om mee te doen. In 2007 is ze uit hetzelfde parlement gezet omdat ze de parlementariërs met dieren vergeleek. ‘Ik krijg veel verzoeken van mensen om me verkiesbaar te stellen en deze maand wordt duidelijk of ik mee doe of niet.’